57. Feest in de schuur, waar hang jij? NS Dansorkest met Doe De Loonie
Louis en ik zaten met een kopje filterkoffie en een sigaret op de paarsgetinte jarentachtigbank in ons optrekje in het bollendorp. Van Louis' vraag "Wat ga jij doen met kerst en oudjaar?" kwamen we tot het besluit iets leuks te doen in onze schuur voor familie en vrienden. Een gezellig samenzijn tijdens de donkere dagen, maar zonder de beladenheid van Kerstmis en, voor Louis, het allererbeladenste der beladen feesten, oudejaarsavond.
Zo gezegd, zo gedaan.
De uitnodigingen gingen per mail, postkaart en telefoon de deur uit en de tam-tam deed de rest, want vrienden mochten wat ons betreft vrienden meenemen. Aan de voordeur en op de zijgevel hingen we postertjes op die het feest aankondigden. Je wist maar nooit wie er nog zou aanlopen.
Om het postertje van de uitnodiging was nog wel wat te doen. Louis had daarop de foto van een paar opgehangen oorlogsslachtoffers geplaatst met eronder de tekst: "Is dit uw kerst? Dat kan beter!" Niet alle genodigden konden dat waarderen, maar zij die ons kenden keken er niet van op.
Op de dag zelf, ergens tussen Kerstmis en oudejaarsavond, gingen we 's ochtends al vroeg aan de slag: stofzuigen, ramen lappen, een doekje over het aanrecht halen en de borstel door de toiletpot. Erna met onze grijze Toyota Corolla naar de Dekamarkt in hartje Hillegom: bier, chips, wijn, sap, nootjes, wegwerpborden, -bekers en -bestek, tassen vol aardappels, uien, suddervlees, roomboter en winterpenen. We zouden hutspot maken voor de gasten. O, ook nog even langs de tabakswinkel in de Hoofdstraat, want we wilden sigaretten in glaasjes op tafel. Gezelligheid kent geen tijd.
Thuisgekomen waren we minstens een uur aardappels aan het schillen en maakten een paar grote pannen hutspot die we op kookplaatjes lieten sudderen. Dan wordt-ie het lekkerst.
Daar kwamen Jos en Jeroen aan. Tijd om te repeteren, want Tunnelfist zou na het eten een kort optreden doen. Eerst deed Jos een kritische inspectie van de woning: hadden de heren wel goed schoongemaakt? Hij haalde een vinger over de vensterbank en langs de plinten. Ja hoor: stof en plakkerige aanslag gevonden! Daar haalde hij het vaatdoekje en de bak water tevoorschijn. Wij hadden ons werk niet goed gedaan.
De avond ervoor hadden Louis en ik de muziekapparatuur al in de hoek van de schuur opgesteld, dus we hoefden maar plaats te nemen en we konden soundchecken.
De eerste gasten druppelden in de namiddag binnen: Louis' ouders en de mijne waren er vroeg bij, net als verhuurder en buurman Michiel en diens vriendin Liesbeth, al snel gevolgd door een grote schare vrienden, familie en bekenden.
Met die eerste avond maakten we meteen naam. De schuur was bomvol mensen. Iedereen die we hadden uitgenodigd was ook gekomen. Iedereen vond het geweldig. Iedereen wilde meer. Een traditie was geboren.
Alle eropvolgende jaren zijn Louis en ik het feest blijven organiseren. Eerst nog als tweepitter, maar na enige jaren kregen we hulp: Mirjam, Tjitske, Corrie en Saskia boden aan, zich met het eten te bemoeien. Later voegde Floor zich bij hen. De eenvoudige stamppotten die Louis en ik steevast serveerden, maakten plaats voor uitgebreide diners met een voorafje, een hoofdgerecht en een toetje. De dames waren dagen ervoor thuis en op de dag zelf in de schuur uren in touw om alles voor elkaar te maken.
Toen de schuur tegen de vlakte ging, verplaatsten we het feest. Eén keer naar het badhuis op het Javaplein in Amsterdam. Daar was Jos kort voor het optreden kwijt. We vonden hem terug in het toiletblok, waar hij de pot van de vloer getrokken had om die grondig schoon te maken. Dat deed hij in die tijd wel vaker: op feestjes de plee loschroeven, grondig reinigen en erna met heel veel moeite, en niet helemaal passend, terugplaatsen. Hij vond sanitair, ook in zijn eigen huis, vaak viezig en eiste in zo'n geval onmiddellijke actie.
Erna vond het eindejaarsfeest onderdak in de benedenruimte onder het huis van mijn broer Reinout, iets verderop aan de Stationsweg. Trouwens ook van oorsprong een bollenschuur.
Al die jaren bleef het optreden van Tunnelfist vaste prik. Met één uitzondering: toen gelegenheidsformatie Boll'npunk optrad, met Marco op drums, Sander op zang, Frank op bas en diens broer Arjan, Louis en mijzelf op gitaar. De gasten moesten er even aan wennen, maar wij hadden de grootste lol terwijl we ons door punkklassiekers van bands als The Undertones en Green Day heenbeukten. Als uitsmijter gooiden we de Zahnfleisch-kraker Vol Is Vol erin. Een song met een gitzwarte tekst over 's mens diepste wezen, maar door de vaart waarmee we de muziek brachten, toch een vrolijke, stampende afsluiter van het eerste deel van het schuurfeest.
Gewoonlijk zette Louis na het optreden dansmuziek op. Dat was een van tevoren door hem samengestelde playlist van mp3'tjes die de computer volgordelijk afspeelde. In latere jaren kroop Hanke regelmatig als dj achter de knoppen van het mengpaneel en de cd-speler. De gasten gooiden de voetjes van de vloer tot de laatste bus en trein hen afvoerden naar huis.
Met de logés, die er altijd waren, aangekondigd en onaangekondigd, hadden we een nazit tot in de vroege uurtjes. 's Anderendaags ruimden we, steunend van ellende, de onbeschrijfelijke puinhoop op.
Rond 2010 was het afgelopen met de pret. Zoals zo vaak met dit soort evenementen, weet niemand meer waarom het stopte. Er lag geen beslissing aan ten grondslag, behalve dat ik niet zo'n zin meer had in het geregel. Omdat ik meestal de motor ben achter dergelijke ondernemingen en niemand anders opstond, stierf het grote, uitbundige feest een stille dood en muteerde in het jaarlijkse kerstdiner met het handjevol vrienden en vriendinnen die het meest bij de organisatie van het grote broertje betrokken waren geweest.
Dat kerstdiner houden we, in enige vorm, jaarlijks nog steeds. Niet iedereen is er meer bij en nieuwe gezichten zijn opgedoken. Het blijft een mooie traditie waar ik naar uitkijk en die me ook een beetje melancholiek stemt over wat onherroepelijk voorbij is. Dat heb ik bijna nooit, maar dan wel.
Zoals het schuurfeest het einde van het jaar markeerde, is dit verhaal daarover het besluit van mijn verhalencyclus over de betekenis van muziek in mijn leven.
Maar niet het einde van de muziek zelf. Volgend jaar gaan we nieuwe dingen doen. Daarover in de laatste mail van 2024, op zaterdagochtend 28 december aanstaande, meer. Stay tuned!
Het liedje bij dit verhaal, het laatste van dit feuilleton, is zomaar ontstaan in onze vaste Nijmeegse repetitieruimte, waar Boudewijn, Jeroen en ik tracks vastlegden voor ons album Moord In Het Nudistenkamp. Ik zette het riffje in en meteen hadden we met zijn drieën de groove te pakken.
Louis hoorde het enige tijd later, schreef er de tekst bij en zong het in aan de keukentafel annex bar in Sanders Amsterdamse woning die we voor de gelegenheid hadden omgetoverd in een geluidsstudio voor het vastleggen van de zangpartijen. Terwijl Louis zong, danste Jos vrolijk lachend door de kamer. Later, toen ik thuis op de Van Abbestraat het liedje mixte in de woonkamer, begonnen mijn dochter Lotte en haar vriendinnetje Hanna te springen en te dansen, precies de bewegingen nadoend die Louis in zijn tekst bezingt. Dichter bij een blij feestnummer zónder zwart randje zijn wij in onze muzikale carrières niet gekomen. We hebben het één keer live uitgevoerd, met de Monuta's
Martijn Rutte, 21 december 2024
Alle verhalen nog 's teruglezen? Dat kan: klik hier
Met dank aan Jan voor de postertjes en de setlist. Maker(s) van de foto's onbekend. Of zou dat ook Jan geweest zijn?