Dit is een andere aflevering dan anders. Bespiegelend in plaats van verhalend. Schrik niet, hierna ga ik er weer ouderwets tegenaan met verhalen over optredens, liedjes en opnamesessies. Wie denkt "Laat maar zitten, Socrates Plato Rutte, hier heb ik geen trek in!", is bij deze geëxcuseerd en mag het verhaaltje verlaten.
De laatste weken ontvangen we regelmatig reacties van lezers. Eén van de meest gehoorde is een verzuchting-en-vraag-in-één: "We hebben nooit geweten, dat jullie zóveel tijd en energie in de muziek hebben gestoken en er zóveel mee gedaan hebben. Hoe deden jullie dat en wat is de drijfveer?" In sommige reacties klinken spijt en verbazing door. Spijt dat de schrijver, of schrijfster, er toen niet bij is geweest. Verbazing over het feit dat hij, of zij, niet heeft opgemerkt, hoe druk doende we waren.
Spijt... ik zou het niemand aanraden, tenzij je je medemens moedwillig verschrikkelijke schade berokkend hebt. Ons heb je geen schade toegebracht door er niet bij te zijn, toen. Wanneer je er wel was, vonden wij dat erg leuk. Wanneer je alles gemist hebt, komt er vast een herkansing, want we spelen nog steeds. En niet zonder succes, want afgelopen week werden twee liedjes van NS Dansorkest gedraaid door Studio Brussel, één van de leukste radiozenders van het Nederlandstalige popgebied. Dat gebeurt vaker. De zender houdt van onze liedjes.
Verbazing... die snap ik wel, want wie verwacht nu dat een paar vrienden, naast het werk, een muzikaal circus optuigen zoals wij dat met diverse bands hebben gedaan? Maar dat sommigen dat gemist hebben, of niet in volle omvang beseft, maakt niets uit, natuurlijk. Zo gaat dat. Maar, ja, als je écht muziek wilt maken, moet je het grondig en professioneel aanpakken. Ik heb in het verleden in talloze bandjes gespeeld, waarin men het al snel goed vond. Dat was wat mij betreft prima, zolang het gelegenheidsprojectjes waren, voor een feestje of zo. Maar zodra een band voor het voetlicht wil treden, moet ze wat ze doet met overtuiging doen. Moet ze eigen nummers maken en die serieus arrangeren en instuderen voor optredens en opnames. Sprekend over optredens: neemt een band zichzelf ernstig, dan wordt er voor en tijdens optredens met mate gedronken en gebruikt. Zo deden we dat met Tunnelfist. Wie mij en enkele andere bandleden en hun voorgaande muziekprojecten kent, weet dat dit niet vanzelfsprekend was. Daar zat een weloverwogen besluit achter. Wat je na het optreden deed, moest je zelf weten.
Nadenken over hoesjes van tapes en cd's, nadenken over de bio, nadenken over hoe je de zalen en bladen en zenders benadert. Toen we echt heel veel optraden, tussen 1997 en 2008, hebben we de nodige tijd besteed aan zulke details. We deden bijna alles zelf en hadden een onderlinge taakverdeling. Langs bij Giel Beelen? Vantevoren in de auto naar Hilversum de scenario's doornemen, om in het interview goed beslagen ten ijs te komen. Interview op 3FM? Samen met Jos opschrijven wat we in elk geval gezegd willen hebben.
Dus ja, druk waren en zijn we er nog steeds mee. Af en toe is het net een extra baan naast de andere. Maar wel een erg bevredigende. En dat brengt ons op...
... de vraag naar de drijfveer. Dat is een interessante en een lastige. Je eigen drijfveren onderzoeken is één van de moeilijkste opgaves die er zijn. Je moet naar jezelf kijken alsof je de ander bent.
Nu ik dit opschrijf - waarom maak ik muziek? Is het 't streven naar roem? Als dat het enige was, was ik nu wel gestopt: bijna 55 en nóg geen gouden kranen aan mijn bad. Toch is er, ook na zoveel jaren, het stemmetje in mijn hoofd: "Wie weet wordt dit nummer opgepikt door de radio of een streamingdienst en gaan duizenden luisteren." Ik doe het dus zeker niet alleen voor voor mijn eigen plezier en bevrediging. Muzikanten die dat beweren, wantrouw ik. Een muzikant zoekt altijd een podium, hoe klein ook. En erkenning: "Wat maak je goeie muziek!" Een podium en erkenning zijn dus belangrijk, maar vertellen niet het hele verhaal.
Samen spelen is een andere belangrijke drijfveer. Het magische moment waarop de band de eerste noot inzet en alle afzonderlijke partijen samenvloeien tot een nummer. Dat heerlijke, maar nauwelijks te omschrijven gevoel, dat de muziek het overneemt. Niet denken, maar spelen. Opletten, maar niet gespannen zijn. Het spiergeheugen laten werken, zodat de vingers ogenschijnlijk zonder nadenken op de juiste fret van de gitaarhals landen. Zomaar een nummer uit de instrumenten laten rollen, zonder andere afspraak dan wat je naar elkaar roept tijdens het spelen. "Nog eens!" "Blijf hangen!" "Speel maar door dit." "Pak dat lagere stuk!" "Terugvallen, nu!"
Merk op, dat deze instructies geen verwijzing naar tonen of akkoorden bevatten. De meeste muzikanten met wie ik speel, kunnen geen noot lezen. We hebben al musicerend dus een soort taal ontwikkeld om elkaar te laten weten, waar we heen willen. Notenschrift is maar een afspraak, die je kunt vervangen door om het even welke andere, als je onderling maar overeenstemming bereikt over de aard van het alternatief. Ik las ooit een relaas van een studiotechnicus die met Syd Barrett van Pink Floyd had zitten mixen. Barrett had het over "a little darker in the middle section" en "a touch of spring at the end" toen hij probeerde duidelijk maken, wat voor geluid hij zocht. Je kunt denken: "Het is goed met je, vader, deze man is gewoon 24x7 apestoned en niet meer van deze planeet", maar ik geloof dat ik het snap. Als je geen noten leest en geen officieel muziekjargon beheerst, ga je op een andere manier uitleggen, wat je wilt.
Het plezier in het scheppende proces is een derde pijler onder mijn liefde voor muziek. Het schrijven van een nummer is een verrukkelijke bezigheid. Je begint met brokjes en stukjes, vijlt en schaaft, alleen of samen en dan, na een bevalling die lang en pijnlijk of kort en krachtig kan uitpakken, is er... het kindje! Iedere nieuwe geboorte denk ik, dat het 't mooiste kind is, dat ik gemaakt heb. En wil ik het laten zien, of eigenlijk horen, aan de hele wereld. Wat is er mooier dan dat?
Muziek maken is ook tijdelijke vrijstelling van nadenken. Ik vergeet de wereld om mij heen en zodra ik me opnieuw bewust wordt van die wereld, sla ik een vals akkoord aan. Muziek vergt oefening en coördinatie en doet in die zin een beroep op de hersenen, maar anders dan redeneren, lezen, programmeren doen. Een quasi-hersenloze bezigheid, die mij rust en vrede brengt.
Lang geleden bezocht ik de afdeling over genetica en de oorsprong van het leven op aarde in het Museum of Natural History te New York. Eén van de vragen was: waar komt muziek vandaan, hoe hebben mensen muziek leren maken en welke evolutionaire functie vervult muziek? De tentoonstelling gaf hierop geen eensluidend antwoord. Wel werd duidelijk dat muziek een belangrijke functie vervult in het menselijk leven.
Bij dit verhaaltje heb ik drie songs uitgekozen van drie van "mijn" bands die spontaan, of min of meer spontaan, tot stand zijn gekomen. NS Dansorkest is kampioen spontaniteit. Life To Us moest het van de drie bands het meest hebben van vaste afspraken en thuis voorbereide ideeën, Tunnelfist zat ertussenin. Het nummer Nieuwe Vriendin zetten Boudewijn, Jeroen en ik zomaar in tijdens een sessie in onze vaste opnamestudio in Nijmegen. Om het vast te leggen hadden we niet meer tijd nodig dan die het lied in beslag neemt. Als je goed luistert, hoor je mij ver op de achtergrond aanwijzingen naar de anderen schreeuwen - we spelen meestal vrij hard. De zang van Jos heb ik later vastgelegd. Overigens ook in korte tijd, meer dan twee takes waren er niet nodig: de leadzang in de ene en de achtergrondzang in de andere take. De tekst rolde in tien minuten uit mijn pen en Jos wist direct hoe hij die ging zingen. Een goed nummer schrijft zichzelf.
Revival onstond op een avond in de bollenschuur te Hillegom. Ik zette het themaatje in zonder erbij na te denken, Jeroen en Louis hadden hun partij paraat, alsof ze 'm ingestudeerd hadden. Jos begon geluiden te maken die hier en daar tot woorden en flarden van zinnen aaneenklonterden. Live kregen we vaak reacties op dit nummer. Ik herinner me een optreden in Lokaal Vredebreuk in Den Haag, waar na het optreden een man uit het publiek op mij toeliep om te melden, dat hij precies dat nummer heel erg goed vond. Mooi is de enkele maat bijna aan het einde waar Jos de hoogte in gaat met zijn stem. Dat maakt het nummer af. Een kleine, zeer doeltreffende ingreep. Het is trouwens één van Jeroens favoriete nummers, wat je aan zijn drumpartij kunt afhoren. Ze laat het nummer rollen en swingen. Bij de stukken in het couplet moet ik altijd een beetje aan Charlie Watts denken.
Football begon met het gitaarintro, waar ik de snaren demp met de zijkant van mijn hand, onderwijl het plectrum er ritmisch overheen halend. Dat doe ik wel vaker, omdat ik het mooi vind klinken. Stuwend maar terughoudend, een belofte van iets wat komen gaat. Ik liep al een tijdje rond met het idee, dat maar geen nummer wilde worden. Tot ik het in de oefenruimte inzette en Jeroen, Leontien en Max begonnen mee te doen. Er kwam een refrein, dat openvouwde. Rebecca heeft er een prachtige tekst bij bedacht. Ik zie het voor me. Een man in sportsokken op de bank die brullend Studio Sport zit te kijken, terwijl zijn vrouw precies kan voorspellen, wanneer hij wat gaat roepen tegen de verrekijk.
Ik ben blij, dat mijn oom Gerard mij op mijn zevende vroeg, of ik piano wilde leren spelen en ik antwoordde met "Ja." Ook ben ik blij, dat mijn oom Hans tien jaar later vroeg, of mijn broer en ik zijn elektrische gitaar wilden overnemen, waarop wij toehapten. Het begin van een levenslange liefde voor muziek. Waar zou ik zonder zijn?
Martijn Rutte, 13 januari 2024